Had u ooit van de Watersnoodramp gehoord?
Had u ooit van Michiel de Ruyter gehoord?
Watersnoodramp 1953:
De watersnood van 1953, ook wel bekend als de watersnoodramp en aanvankelijk. Gebeurde in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953. De ramp werd veroorzaakt door een zware stormvloed in combinatie met springtij, waarbij het water in de trechtervormige zuidelijke Noordzee tot extreme hoogte steeg.
Het aantal doden was 1836 in Nederland, 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, en 28 in België. De ramp was aanleiding voor de ontwikkeling van sterk verbeterde kustverdediging met de bouw van uitgebreide stormvloedkering. De meest uitgebreide zijn de Deltawerken in Nederland.
De Ruyter begon zijn carrière als eenvoudig Zeeuws zeeman. Rond zijn dertigste had hij zich opgewerkt tot kapitein, eerst in dienst van het koopmanshuis Lampsins varend, later als eigen meester. Vermogend geworden had hij de zee al vaarwel gezegd toen in 1652, bij het uitbreken van de Eerste Engelse Zeeoorlog. Hij bleef van nu af aan bij de marine in vaste dienst, die de hele periode van de eerste drie Engels-Nederland oorlogen bestreek. Na de vrede met Engeland in 1653 nam hij als vice-admiraal van de Admiraliteit van Amsterdam deel aan diverse oorlogen in de Oostzee en aan acties tegen piraterij in de Middellandse Zee. Eind 1664 heroverde hij, in de aanloop naar de Tweede Engelse Zeeoorlog, in West-Afrika Nederlandse forten op de Britten en voer daarna naar Amerika om daar hun koloniën schade toe te brengen. Bij thuiskomst in 1665 werd hij door toedoen van raadpensionaris Johan de Witt in de rang van luitenant-admiraal benoemd tot opperbevelhebber. Dit leidde tot rivaliteit met luitenant-admiraal Cornelis Tromp, een politiek vijand van De Witt. De Ruyter behaalde tijdens de verdere duur van de oorlog belangrijke successen tegen de Engelsen met als hoogtepunt de Tocht naar Chatham die in 1667 leidde tot een voor Nederland gunstige vrede. In de Derde Engelse Zeeoorlog redde De Ruyter de Republiek der Zeven Verenigde Provincië van de ondergang door in vier zeeslagen sterkere Engels-Franse vloten in het nauw te brengen. Ondertussen werd zijn vriend De Witt in het Rampjaar 1672 vermoord, met betrokkenheid van Tromp, maar de nieuwe stadhouder Willem III hield De Ruyter aan als bevelhebber in de rang van luitenant-admiraal-generaal. In 1676 sneuvelde De Ruyter bij Sicilië nadat hij met een zwak eskader was uitgezonden om de Spanjaarden te ondersteunen tegen Frankrijk.
Op 22 april 1676 kwam het tot een tweede confrontatie met Duquesne, in de Slag bij Agosta. Ook dit was een tactisch onbesliste slag, waarbij aan beide zijden enkele honderden doden vielen, maar met een strategisch voordeel voor de Fransen. Bovendien werd De Ruyter door een kanonskogel geraakt aan zijn rechterbeen dat verbrijzeld werd, en aan zijn linkervoet, waarvan het voorste deel werd afgeschoten. Zijn been werd geamputeerd en in eerste instantie leek hij te herstellen. Na enige dagen trad er wondkoorts op omdat de wond geïnfecteerd was geraakt. Michiel de Ruyter overleed een week later in de baai van Syracuse aan de gevolgen daarvan, aan boord van 's lands schip van oorlog d'Eendraght. De Spaanse koning had De Ruyter nog voor de slag de hertogstitel toegezegd maar deze kon de eer niet aanvaarden daar het bericht daarover pas drie dagen na zijn overlijden op de vloot aankwam. Het lichaam werd gebalsmed en opgebaard in de kajuit van de admiraal naar Nederland teruggebracht. Als teken van respect liet de Franse koning Lodewijk XIV bij het langsvaren van de Eendraght saluutschoten afvuren.
Op 18 maart 1677 werd de gesneuvelde admiraal begraven onder de plaats van het vroegere altaar in de Nederlands Hervormde Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Maak jouw eigen website met JouwWeb